Het 'Bels Lijntje'

 
Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van kopie, op digitale of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van auteur en/of webmaster.
 
In 24 jaar tijd (1839-1863) was er in Nederland nog maar een bescheiden aantal kilometers spoorweg (Amsterdam − Rotterdam (HIJSM), Amsterdam/Rotterdam − Utrecht − Arnhem − Emmerich (NRS), Antwerpen − Roosendaal − Breda/Moerdijk (AR) en Aken − Maastricht − Hasselt (AM) aangelegd.
De snelle uitbreiding begon pas na het tot stand komen van de Wet van 18 augustus 1860, waarbij voor rekening van de Staat bijna 900 kilometer spoorwegen zouden worden aangelegd. Op 5 oktober 1863 werd het eerste baanvak (Breda − Tilburg) van de ‘Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen’ (SS) voor het publiek opengesteld. Twee jaar later al kon men vanuit Bergen op Zoom (weliswaar) met overstappen in Roosendaal en Breda) naar Tilburg, Boxtel, Eindhoven, Venlo en Maastricht reizen.
 
 
In België stond het er heel anders voor. Daar lag rond 1860 al een spoorwegnet van circa 2000 kilometer. In 1864 werd door de ‘Société Anonyme des chemins de fer du Nord de la Belgique’ (NB) een concessie aangevraagd voor een lijn van Turnhout naar Tilburg. Drie jaar later, op 1 oktober 1867, was die een feit, waarmee Tilburg een spoorwegknooppunt werd. De exploitatie was in handen van het exploitatieconsortium ‘chemins de fer Grand Central Belge’ (GCB), waarin de NB sinds 1 juli 1864 mee deed. Daarmee ontstond een rechtstreekse en korte verbinding tussen het steenkolenbekken ten zuiden van Charleroi (via Aarschot, Leuven en Ottignies) en de Tilburgse fabrikanten die er nu veel goedkoper hun steenkool vandaan konden halen.
 
 

Het station Tilburg

 
 
Stationsgebouw Tilburg (straatzijde), 1902. Het van oorsprong stationsgebouw type 3e klasse van de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) kreeg in de jaren 1890-1900 niet alleen een ruim voorportaal, maar ook aan weerszijden van flinke aanbouwen. Daarin bevond zich aan de ene kant een wachtkamer 1e en 2e klasse en aan de andere kant een wachtkamer 3e klasse.
 
 
Stationsgebouw Tilburg (perronzijde), 1905. Gezicht vanaf het tweede perron aan de oostzijde op de bestelgoederenloods langs het eerste perron en het stationsgebouw. Rechts staat het seinhuis voor de centrale bediening van wissels en seinen ter weerszijden van de perrons, tevens post treindienstleider.
 
 
Even ten westen van het emplacement splitste de enkelsporige lijn naar Turnhout zich af van het dubbelsporige baanvak Breda - Tilburg. Rechts staat het seinhuis post I voor de bediening van de wissels en seinen in de splitsing van de lijnen en de bediening van de sluitbomen van de overweg in de Noordstraat / Gasthuisstraat. Links staat het complex van E. Elias (lakenfabriek, spinnerij, weverij en ververij). Links is de inijseinpaal vanuit Baarle Nassau te zien en rechts die vanuit Breda.
Ofschoon de treinen in Nederland bij de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) vanaf het begin af aan rechts reden, stonden haar seinpalen meer dan een halve eeuw lang altijd aan de linkerkant van het spoor. De standplaats van de machinisten op haar locomotieven was immers links. Nagenoeg alle machines waren in Engeland gebouwd, dus zo vreemd was dat nog niet.
Pas in 1917, na het aangaan van een belangengemeenschap tussen de SS en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM), werd het urgent daarin verandering in aan te brengen. De HIJSM had haar seinpalen altijd rechts neergezet, want zij reed voornamelijk met in Duitsland gebouwde locomotieven. Vanaf 1920 werden de locomotieven van de SS dan ook zodanig gewijzigd, dat de machinisten hun standplaats voortaan aan de rechterzijde hadden. Langs het spoor onderweg gingen de seinpalen in de jaren twintig allemaal van links naar rechts, op emplacementen echter meer niet dan wel, vanwege de plaatsruimte.
Maar op deze ansichtkaart is hiervan nog lang geen sprake.
Ansichtkaart uit circa 1905.
 
 
E. Elias (lakenfabriek, spinnerij, weverij en ververij) was gespecialiseerd in militaire lakens en alle andere fijne wollenstoffen. Inmiddels was de ligging van de rails, wissels en seinen op het emplacement aan de westzijde gewijzigd. In vergelijking met de voorafgaande plaat is te zien dat de twee inrijseinpalen zijn verplaatst in de richting van het station Tilburg. Wel staan ze nog steeds links van het spoor, waarvoor ze zijn bedoeld. Maar wel zo dat de inrijseinpaal vanuit Breda nu ook werkelijk voor het spoor uit Breda staat en niet meer langs het spoor naar Breda. Foto uit circa 1915.
 
 

Tussen Tilburg en Riel

 
 
Iets verderop langs het Bels lijntje en aan de Industriestraat lag het complex van de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Muziek-instrumenten v/h M.J.H. Kessels. In de fabriek werden piano's, koperen en houten blaas- en strijkinstrumenten, trommels, pauken, et cetera gemaakt. Verder bracht de fabriek muziekuitgaven voor harmonie-, fanfare- en symfonieorkesten op de markt.
Foto uit circa 1915.
 
 
Nogmaals een blik langs het 'Bels lijntje' met fabriekscomplex van de Koninklijke Nederlandsche Fabriek van Muziekinstrumenten v/h M.J.H. Kessels. Foto uit circa 1930.
 
 
Een luchtfoto, gemaakt op 24 februari 1938, laat twee wachterswoningen zien. Op het bovenste deel (bij pijl) staat wachterswoning 17 bij km 21,244 Breda - Tilburg. Deze werd gebouwd in 1906 ter vervanging van een voorganger uit 1872, die bijna 300 meter in westelijke richting stond. Parallel aan de zuidzijde van de spoorweg ligt de Industriestraat en aan de noordzijde de Alleenhouder-straat. De woning werd afgebroken in 1958.
Op het onderste deel (bij pijl) staat wachterswoning 36 (Turnhout - Tilburg), later wachterswoning 2 (Tilburg - grens). De woning stond bij km 29,750 en werd gesloopt in 1957.
Een dertigtal meters in de richting Tilburg ligt de overweg in de in 1938 geopende Ringbaan West (tussen km 29,797 en km 29,808).

Ongeveer zevenhonderd meter verderop, bij de aansluiting van het 'Bels lijntje' op het spoorwegemplacement van Tilburg, stond wachterswoning 37, later wachterswoning 1 (Tilburg - grens). Wat echter niet op de luchtfoto is te zien, is het 'raccordement NOAD'. Deze aansluiting op het 'Bels lijntje' werd bij de aanleg in 1929 door de NS (als opvolger van de SS en HIJSM) genoemd naar de voetbalclub, wiens speelveld op de luchtfoto wel is te zien, maar het raccordement niet. Dat lag ongeveer tussen de wachterswoningen 1 en 2, tussen de Boomstraat en de Eerste Herstalsche Dwarsstraat. Het gebied was een eerste uitbreiding voor de Tilburgse industrie aan de zuidzijde van het station..

Zowel de nummering van de wachterswoningen als de kilometrering zijn in de loop der jaren gewijzigd.
Tussen Turnhout en Tilburg stonden aanvankelijk 37 wachterswoningen, genummerd 1 t/m 37 vanaf Turnhout. Na de bouw van het immens grote emplacement aan de grens werd de nummering op Nederlands grondgebied omgegooid. Vanaf dat ogenblik stonden er nog 27 aan de Nederlandse kant van de grens overeind. De kilometrering van de objecten langs de lijn bleef evenwel vanaf Turnhout lopen.

Alle stationsgebouwen langs de lijn, Weelde-Merxplas, Baarle Nassau (dorp), Alphen en Riel, zijn naar ontwerp van de ‘Société Anonyme des chemins de fer du Nord de la Belgique’ (NB), deel uitmakend van het exploitatie-consortium ‘chemins de fer Grand Central Belge’ (GCB), gebouwd. De wachterswoningen 1 t/m 27 op Nederlands grondgebied zijn van oorsprong ook Belgisch, alleen in 1914 sterk uitgebreid en gewijzigd.
 
 
Zoals op de luchtfoto is te zien, stond wachterswoning 2 op een terpje. In 1957 maakte de woning plaats voor andere bebouwing. dit viel ongeveer samen met de opheffiing van het tracé door de stad. Het nieuwe tracé met een grote boog in westelijke richting werd op 16 december 1958 in gebruik genomen.
 
 
Op een kaart van Tilburg uit circa 1915 zijn de wachterswoningen 1 en 2 goed te onderscheiden, alsmede het terrein tussen de Boomstraat en de Eerste Herstelsche Dwarsstraat, waarop in 1929 de laad- en losplaats 'Raccordement NOAD' werd aangelegd.
 
 
Na de Eerste Wereldoorlog lieten de laad- en losmogelijkheden op het Tilburgse emplacement steeds meer te wensen over. In eerste instantie vond de NS een oplossing door aan de noordzijde van het empacement langs de Fraterstraat een nieuwe laad- en losweg aan te leggen. Voor de bedrijven ten noorden van het station sloeg zij toen twee vliegen in één klap. De bedrijven kregen aldaar meer ruimte voor de overslag van hun grondstoffen en producten en zij behoefden de veelvuldig gesloten overweg tussen noord en zuid niet meer te passeren. Want al sinds de aanleg van het traject Breda - Tilburg in 1863 lagen de faciliteiten voor het goederenvervoer aan de stadszijde van het station.

Voor de bedrijven aan de zuidzijde van de stad werd een oplossing gevonden in de aanleg van een nieuwe laad- en losplaats, gelegen aan het 'Bels lijntje', tussen km 30,0 en km 30,2. Sinds 1917 lag ten zuiden van de overweg in de Boomstraat al een spooraansluiting voor een vlasspinnerij. Op 9 oktober 1929 werd de laad- en losplaats in gebruik genomen met drie sporen en in 1938 nog met een vierde spoor uitgebreid. Voor de overslag van de goederen op paard en wagen of de steeds meer in zwang komende vrachtauto's was laad- en losplaats bereikbaar via de Eerste Herstalsche Dwarsstraat. Bij de NS werd de spooraansluiting aangeduid als het 'Raccordement NOAD', naar een gelijknamige plaatselijke voetbalclub. Eenmaal per dag reed een goederentrein vanaf het station naar 'NOAD'. Ter lading en ter lossing werden lege en volle wagens geplaatst of opgehaald. Het raccordement bleef bestaan tot de omlegging van het 'Bels lijntje' naar buiten de stad, waarbij tegelijk ook een nieuw goederenemplacenent (Tilburg GE), parallel aan het baanvak Breda - Tilburg, werd aangelegd.
 
 
Gezicht op het 'Raccordement NOAD' vanaf de overweg in de Boomstraat, 1957. De foto is gemaakt vanaf standplaats 1 (zie tekening) in noordelijke richting. De drie sporen uit 1929 zijn goed te herkennen.
 
 
Gezicht op het 'Raccordement NOAD' vanaf de Boomstraat, 1957. De foto is gemaakt vanaf standplaats 2 (zie tekening) in noordelijke richting. De drie sporen uit 1929 zijn te herkennen. Op de voorgrond ligt een stukje van het spoor uit 1938.
 
 
Gezicht op de spooraansluiting voor een vlasspinnerij vanaf de Boomstraat, 1957. De foto is gemaakt vanaf standplaats 3 (zie tekening) in zuidelijke richting. Het spoor uit 1917 is goed te onderscheiden. Rechts in de verte staat wachterswoning 2 en op de voorgrond ligt het wissel naar het spoor 'Raccordement NOAD' uit 1938.
 
 
Twee rangeerders zijn bezig met een locomotor van de serie NS 200-300 met het ophalen of plaatsen van één of meer wagens op het 'Raccordement NOAD'. Foto uit circa 1960, afkomstig van Karel Geerts te Alphen.
 
 

Wachterswoning 4 stond  bij km 28,770 aan de rechterkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg. Foto uit circa 1960, afkomstig van Karel Geerts te Alphen.

 
 
Wanneer een overweg wat verder van de woning lag, stond er soms een kleine wachtpost als tijdelijk onderdak voor de wachter(es). Dan kon hij of zij de trein afwachten en de overweg meteen na het passeren van een trein weer openen. Dit was onder meer het geval bij wachterswoning 4, waar Mw. Soethout bij de handelinrichting staat voor het openen en sluiten van de wipsluitbomen.
 
 
Wachterswoning 5 stond  bij km 28,035 aan de rechterkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg. Foto uit circa 1960, afkomstig van Karel Geerts te Alphen.

 
Op 1 december 1900 werd door de SS een raccordement vanuit Riel naar Goirle met een lengte van 3537 meter in gebruik genomen. Het lijntje was hoofdzakelijk bedoeld voor de aan- en afvoer van grondstoffen (vooral steenkolen) en producten voor textielfabrieken en een gasfabriek in Goirle, vandaar dat deze bedrijven en de gemeente ten dele opdraaiden voor de aanlegkosten. Toch konden ook andere bedrijven profiteren van het raccordement. Op het emplacement stond een goederenloods, waar een arbeider-rangeerder klaar stond voor het opnemen en afgeven van stukgoederen, bestemd voor winkeliers en eenmansbedrijven.

Om de beveiliging van de aansluiting bij Riel zo eenvoudig en goedkoop mogelijk te houden – een aansluiting onderweg langs de lijn was immers nogal kostbaar- was het noodzakelijk om spoor 2 vanuit Riel in noordwaartse richting te verlengen tot km 26,7. Een trein die uit Tilburg kwam, werd eerst in Riel ‘binnen genomen’ op spoor 2 en teruggezet tot de stootheuvel bij km 26,7. Vanaf dit punt ging het dan weer voorwaarts tot het emplacement in Goirle aan de zuidzijde van het dorp. Hier waren drie kopsporen aanwezig met omloopmogelijkheden, een goederenloods met kantoor en twee laad- en losplaatsen.
Al op 6 oktober 1934 werd het reizigersvervoer op Tilburg − Baarle Nassau (grens) gestaakt. De in 1909 geopende stoomtramdienst tussen Tilburg en Turnhout via Hilvarenbeek, Esbeek en Poppel en vooral de in 1925 geopende autobusdienst tussen Tilburg en Turnhout via Goirle en Poppel konden gemakkelijk in de behoeften van de lokale reizigers voorzien. In 1937 werd het 'Bels lijntje' op Nederlands grondgebied tot een lokaalspoorweg gedegradeerd, hetgeen betekende dat alle seininrichtingen werden verwijderd en de maximum snelheid werd teruggebracht tot 30 km/h.

Na het vervallen van het reizigersvervoer per 7 oktober 1934 en de degradatie van het baanvak Tilburg – Baarle Nassau (grens) tot een lokaalspoorweg kon de beveiliging op de stations vervallen en dus ook de ietwat moeilijke aansluiting van het raccordement naar Goirle bij Riel.
In 1938 werd tegelijk met het vereenvoudigen van de alle emplacementen, die nog alleen het goederenvervoer dienden, in Riel het spoor 2 opgebroken en nabij wachterswoning 7 een rechtstreekse aansluiting vanuit Tilburg naar Riel gemaakt.
 
 
Op een kaart van Tilburg uit circa 1925 is het raccordement goed te zien ten opzichte van de dorpen Riel en Goirle. Van noord naar zuid is ook de tramweg van Tilburg via Hilvarenbeek en Esbeek naar Poppel (grens) in kleine blokjes op de weg ingetekend.
 
 
Een van de grotere textielfabrieken in Goirle was de Tilburgsche Kamgaren- en Wollenstoffenfabriek 'Tilkamwol' te Goirle. Dit bedrijf lag pal ten noorden van het eindpunt van het raccordement. Rechtsonder in de hoek is nog een klein gedeelte van de goederenloods te ontwaren.
 
 
Het emplacement van Goirle in haar nadagen. Een locomotief van de serie NS 1700 staat gereed voor vertrek naar Riel met enkele lage bakwagens. Is hier al sprake van sprake van het opbreken van het raccordement? Ook de goederenloods heeft in elk geval al lang geen opknapbeurt meer gehad. Overigens werd per 27 juli 1942 de dienst gestaakt op het raccordement naar Goirle, waarna de rails en de dwarsliggers naar Duitsland verdwenen.
 
 
Op een kaart van Tilburg uit circa 1980 is het tracé van het raccordement nog steeds goed te zien. Dat komt vooral omdat dit later deels werd gebruikt voor een nieuwe autoweg met de naam 'Spoorbaan'. Overigens is op de kaart ook de autosnelweg ten zuiden van Tilburg te zien, die in de jaren zestig werd aangelegd met een viaduct over het omgelegde tracé van het 'Bels lijntje'. Had de NS het tanende goederenvervoer tussen Tilburg en Baarle Nassau (grens) een vijf tot tien jaar eerder opgeheven, dan was er beslist geen viaduct aangelegd.

Goed is ook te zien, hoe het 'Belgisch lijntje' het tracé (bij km 26,319 (Turnhout - Tilburg) verliet in noord-westelijke richting.
Vanwege de aanleg van een nieuw station in Tilburg en het omhoogbrengen van het spoorwegtracé in de stad werd het gedeelte van het 'Bels lijntje' vanaf de vroegere splitsing tot een eind ten zuidwesten van de stad omgelegd via een ter hoogte van km 18,5 (Breda - Tilburg) aftakkend nieuw tracé, dat op haar beurt weer aansluiting kreeg bij km 26,319 (Turnhout - Tilburg). De 'Hoogspoorwerken' begonnen op 8 mei 1957 met het verleggen van het 'Bels lijntje'. Het nieuwe traject kreeg een lengte van zeven kilometer, waardoor een traject van vier kilometer door de stad kon vervallen. Op 16 december 1958 werd de omlegging feestelijk in gebruik genomen. De eigenlijke 'Hoogspoorwerken' eindigden pas op 27 oktober 1966.

Voor wagenladingen tussen Nederland en Belgie bleef het baanvak Tilburg - Baarle Nassau (grens) nog tot 3 juni 1973 in gebruik.
In de periode september 1952 t/m augustus 1952 bedroeg het aantal goederenwagens nog 10.480 stuks van zuid naar noord en 7.029 stuks van noord naar zuid. In slechts twintig jaar tijd zou dat dalen tot slechts enkele tientallen wagens per jaar. Na 3 juni 1973 werd alleen nog Weelde-Statie enkele jaren lang vanuit Turnhout bediend.
 
 
Gezicht vanaf het zuidoosten op het stationsgebouw te Riel, circa 1910. De goederenloods als uitbreiding van het stationsgebouw aan de zuidzijde dateert uit 1903. Uiterst links staat het privaatgebouwtje. De mannen kunnen daarin aan de zuidzijde terecht en de vrouwen aan de noordzijde ervan.
 
 
Gezicht vanaf het noordoosten op het stationsgebouw te Riel, circa 1910. Links staat een privaatgebouwtje en bij de overweg wachterswoning 8. Alle treinen stopten op spoor 1 aan het perron bij het stationsgebouw. Het tweede spoor diende voor elkaar kruisende of inhalende treinen en het derde uitsluitend voor het vervoer van goederen.
 
 
In 1956 was het stationsgebouw in Riel, compleet met de in 1903 aangebouwde goederenloods en het emplacement, nog helemaal aanwezig. Aan de zuidzijde van de overweg stond wachterswoning 8 bij km 25,255 (Turnhout - Tilburg). Het stationsgebouw stond bij km 25,295. Foto J.G.C. van de Meene, 24 december 1956, collectie Marius Broos, Roosendaal. Bij km 26,319 vond de aansluiting plaats van het in 1958 omgelegde tracé Tilburg GE (Goederen Emplacement) - Riel, zie tekening, iets naar boven.
 
 

Het baanvak Tilburg - Riel

 
Tussen station Riel en Tilburg bevonden zich vanaf de opening in 1867 de wachterswoningen 31 t/m 37, na 1906 genummerd 1 t/m 7 (in omgekeerde volgorde).
L = Staand aan de linkerkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg
R = Staand aan de rechterkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg

Als eerste is de kilometrering (Turnhout - Tilburg) na 1906 vermeld, alsmede overwegen en wachterswoningen met nummers 1 tot en met 27, een en ander conform kaarten van SS en/of NS uit latere jaren. Soms is ter oriëntatie een naam van een straat vermeld, met de kanttekening dat die in de loop van de jaren nog al eens is gewijzigd of foutief is vermeld op kaarten.

Als tweede wordt de kilometrering (grens - Tilburg) vóór 1906 vermeld, alsmede overwegen en wachterswoningen met nummers 1 tot en met 31 (vanaf Turnhout naar Tilburg), een en ander conform de tracétekeningen uit 1867 van NB/GCB.


Km 25,295 (R) stationsgebouw Riel (vóór 1906: km 16,675)
Km 26,435 (R) wachterswoning 7 (vóór 1906: km 17,820, ww 31, gesloopt in 1957)
Km 27,330 overweg Berkdijksestraat (vóór 1906: km 18,715)
Km 27,335 (R) wachterswoning 6 (vóór 1906: km 18,720, ww 32)
Km 27,540 overweg (vóór 1906: km 18,925)
Km 28,035 (R) wachterswoning 5 (vóór 1906: km 19,420, ww 33)
Km 28,056 overweg (vóór 1906: km 19,430)
Km 28,359 overweg (vóór 1906: km 19,730)
Km 28,450 overweg Ringbaan Zuid (sinds 1938)
Km 28,765 overweg (vóór 1906: km 20,150, ww 33)
Km 28,770 (R) wachterswoning 4 (vóór 1906: km 20,155, ww 34)
Km 29,145 overweg Bredascheweg (vóór 1906: km 20,530)
Km 29,175 (L) wachterswoning 3 (vóór 1906: km 20,560, ww 35)
Km 29,455 overweg (vóór 1906: km 20,885)  (vóór 1906: km 21,135, ww 36, gesloopt in 1957
Km 29,797 overweg Ringbaan West (sinds 1938)
Km 29,808 overweg Ringbaan West (sinds 1938)
Km 30,009 overweg Boomstraat (vóór 1906: km 21,385)
Km 30,246 overweg Eerste Herstalsche Dwarsstraat (vóór 1906: km 21,615)
Km 30,455 (R) wachterswoning 1 (vóór 1906: km 21,840, ww 37, gesloopt in 1957)
Km 30,469 overweg Industriestraat (vóór 1906: km 21,845)

Km 30,600 inrijseinpaal emplacement Tilburg

Km 21,700 (Bd-Tb) overweg in weg van Tilburg naar Waalwijk
Km 21,735 (Bd-Tb) aansluiting (Th-Tb) op emplacement Tilburg
Km 21,745 (Bd-Tb) seinhuis I op emplacement Tilburg
 
 
In 1970 stond in Riel nog slechts de in 1903 aangebouwde goederenloods overeind en wachterswoning 8 bij de overweg.
Foto F.J. Hoevenagel, 10-07-1970, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 

Het baanvak Riel - Alphen

 
Tussen station Riel en station Alphen bevonden zich vanaf de opening in 1867 de wachterswoningen 23 t/m 30, later genummerd 8 t/m 15 (in omgekeerde volgorde).
L = Staand aan de linkerkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg
R = Staand aan de rechterkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg
Als eerste is de kilometrering (Turnhout - Tilburg) na 1906 vermeld, alsmede overwegen en wachterswoningen met nummers 1 tot en met 27, een en ander conform kaarten van SS en/of NS uit latere jaren. Soms is ter oriëntatie een naam van een straat vermeld, met de kanttekening dat die in de loop van de jaren nog al eens is gewijzigd of foutief is vermeld op kaarten.

Als tweede wordt de kilometrering (grens - Tilburg) vóór 1906 vermeld, alsmede overwegen en wachterswoningen met nummers 1 tot en met 31 (vanaf Turnhout naar Tilburg), een en ander conform de tracétekeningen uit 1867 van NB/GCB.


Km 18,220 (R) stationsgebouw Alphen (vóór 1906: km 09,600)
Km 18,270 woning douanebeambte (vóór 1906: km 09,650)
Km 18,280 woning douanebeambte (vóór 1906: km 09,660)
Km 18,759 overweg Langpad (vóór 1906: km 10,145)
Km 18,785 (L) wachterswoning 15  (vóór 1906: km 10,170, ww 23)
Km 19,525 (R) wachterswoning 14 (vóór 1906: km 10,910, ww 24)
Km 19,547 overweg (vóór 1906: km 10,930)
Km 20,180 overweg (vóór 1906: km 10,930)
Km 20,530 (R) wachterswoning 13 (vóór 1906: km 11,565, ww 25)
Km 20,547 overweg (vóór 1906: km 11,915)
Km 21,934 overweg (vóór 1906: km 13,350)
Km 21,965 (R) wachterswoning 12 (vóór 1906: km 13,350, ww 26), gesloopt in 1933, advertentie in DNB van 16 maart 1933
Km 22,875 overweg (vóór 1906: km 14,255) 
Km 22,880 (R) wachterswoning 11 (vóór 1906: km 14,260, ww 27), gesloopt in 1934, advertentie in NTC van 19 februari 1934
Km 23,328 overweg (vóór 1906: km 14,700)
Km 23,495 (R) wachterswoning 10 (vóór 1906: km 14,880, ww 28)
Km 23,528 overweg Brakelschestraat (vóór 1906: km 14,905)
Km 24,265 overweg (vóór 1906: km 15,640)
Km 24,280 (R) wachterswoning 9 (vóór 1906: km 15,655, ww 29), gesloopt in 1937, advertentie in NTC van 12 november 1936
Km 24,757 overweg (vóór 1906: km 16,130)
Km 25,255 (R) wachterswoning 8 (vóór 1906: km 16,630, ww 30)
Km 25,261 overweg (vóór 1906: km 16,640
Km 25,295 (R) stationsgebouw Riel (vóór 1906: km 16,675)
 
 
Advertentie in 'De Noord-Brabanter' van 16 maart 1933.
 
 
Advertentie in 'Nieuwe Tilburgsche Courant' van 19 februari 1934.
 
 
Advertentie in 'Nieuwe Tilburgsche Courant' van 12 november 1936.
 
In het begin van de jaren twintig mocht de bewaking van een groot deel van de overwegen middels een wetswijziging vervallen. Als gevolg daarvan werd een groot deel van de wachteressen op non-actief gesteld. Indien de wachterswoning ook het uitzicht voor het wegverkeer op de overweg belemmerde, dan was het lot van het gebouw al gauw bezegeld. Vanaf de jaren dertig viel de ene na de andere ten prooi aan de slopershamer. De afbraak gebeurde door lokale aannemers die op de aanbestedingen konden inschrijven.
 
 
Ongeveer vijfhonderd meter ten noorden van het stationsgebouw Alphen stond in vroeger dagen wachterswoning 15. De fotograaf keek omstreeks 1970 vanuit het zuiden in de richting Tilburg.
 
 

Tussen Alphen en Baarle Nassau (grens)

 
 
Gezicht vanaf het zuidwesten op het stationsgebouw Alphen, circa 1910. Rechts is in 1903 een goederenloods aangebouwd.
 
 
Gezicht vanaf het zuidoosten op het stationsgebouw Alphen, circa 1910. Links staat een privaatgebouwtje. Alle treinen stopten op spoor 1 aan het perron bij het stationsgebouw. Het tweede spoor diende voor elkaar kruisende of inhalende treinen en het derde uitsluitend voor het vervoer van goederen. Links staat een privaatgebouwtje. Alle treinen stopten op spoor 1 aan het perron bij het stationsgebouw. Het tweede spoor diende voor elkaar kruisende of inhalende treinen en het derde uitsluitend voor het vervoer van goederen. De laad- en losplaats ligt uiterst rechts. In de verte, voorbij het stationsgebouw, staan de dienstwoningen voor twee douanebeambten (en hun vrouw en kinderen).
 
 
Gezicht vanaf het oosten op het stationsgebouw Alphen, circa 1910. Links is het privaatgebouwtje en rechts staan de woningen voor twee douanebeambten (en hun vrouw en kinderen).
 
 
Ten zuiden van het stationsgebouw Alphen staat wachterswoning 16 aan de Stationsstraat. Rechts is nog juist het privaatgebouw aan de zuidzijde van het stationsgebouw te onderscheiden.
 
 
ZW 327-21           11-07-1991           Alphen, dienstwoningen voor twee douanebeambten (en hun vrouw en kinderen) bij het inmiddels al lang geleden afgebroken stationsgebouw.
 
 
ZW 306-27           07-07-1976           SSTT, ex NS 8826, trein Tilburg West - Landgoed Schaluinen, Alphen.
Onder belangstelling van wat lokale jeugd is de SSTT zojuist uit Alphen vertrokken. Het perron is in 1975 nieuw aangelegd. Links in beeld staan nog de dienstwoningen voor douanebeambten. De vroegere sporen 2 en 3 zijn niet meer aanwezig.
Foto H. van Keulen, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
Een jaar later, op 28 juli 1977, vertrekt locomotief SSTT, ex NS 8826, met trein Tilburg West - Landgoed Schaluinen, uit Alphen. Links staan nog de vroegere dienstwoningen voor twee douanebeambten (en hun vrouw en kinderen).
F
oto Hans Scherpenhuizen, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
In 1955 stond in Alphen het stationsgebouw met goederenloods uit 1903 (links) nog volledig overeind. Locomotief NS 3804 stopt er met de dagelijkse goederentrein naar Baarle Nassau (grens). Die dag werd deze trein gereden door de Roosendaalse machinist H. van Hooij en zijn leerling L.H. van de Weele, terwijl zij geassisteerd werden door rangeerder K. Duursma.
Op de achtergrond staan de twee dienstwoningen. Het stationsgebouw met goederenloods werd rond 1965 gesloopt. In 1975 werd een nieuw perron aangelegd voor de activiteiten van de SSTT als museumspoorwegbedrijf. Foto L.H. van de Weele, circa 1955
, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
Locomotief NS 3804 stopt in Alphen met de dagelijkse goederentrein naar Baarle Nassau (grens). Die dag werd deze trein gereden door de Roosendaalse machinist Harrie van Hooij en zijn leerling Louis van de Weele, terwijl zij assistentie hadden van rangeerder Klaas Duursma. Hij poseert voor de locomotief. Foto L.H. van de Weele, circa 1955, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
In 1964 zag het hele stationsgebouw, althans wat er nog van over was, een stuk minder florissant uit. De laad- en losweg diende vooral voor de opslag van houten stammetjes, die ongetwijfeld per vrachtauto werden afgevoerd. De enige wagen die er staat zal voor de aanvoer van steenkolen voor de plaatselijke steenkolenhandel zijn gebruikt. Foto uit 1964.
 
 
Achter de wagen staat een overslaginstallatie voor suikerbieten. In de jaren zestig was het nog gebruikelijk dat landbouwers een vrachtje bieten in een net op een wagen achter hun tractor naar het station brachten. Vervolgens werd dat net met bieten via de overslaginstallatie omhoog gehesen, boven de goederenwagen gedraaid en geleegd. De bieten gingen vervolgens naar de fabriek van de CSM in Breda. Ook in Hooge Zwaluwe stond zo'n overslaginstallatie op het vroegere stationsemplacement.
 
 
In 1970 werden de dienstwoningen in Alphen nog steeds af en toe omringd door een enkele goederenwagen bij de laad- en losweg langs het vroegere spoor 3. De plaats van het vroegere spoor 2 is nog goed te onderscheiden. Zelfs was toen de laadinstallatie voor suikerbieten nog aanwezig. Foto F.J. Hoevenagel, 22-07-1970, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
KD 279-16           11-07-1991           NS, wachterswoning 18 nabij Alphen. Let op het schuurtje links, zie ook bij wachterswoning 27. (Overigens zijn dit soort schuurtjes op meer plaatjes in deze serie te zien.)
 
 
Het staat buiten kijf. De bewoners van wachterswoning 18, of zoals ze zelf deze graag aanduiden met het ‘routehuis 18’ (zie verder), koesteren hun onderkomen. In 2000 maakten ze een nieuwe aanbouw om het huis leefbaar te houden in de huidige tijd. De aanbouw werd zodanig gemaakt dat die zeer goed strookte met het oude huis, dat verder volledig intact bleef. Precies zoals vroeger werd ook Amerikaans grenen gebruikt. Afgelopen winter werden bij het huis de dakgoten vervangen en het dak geïsoleerd. Ook het schuurtje (zie bij wachterswoning 27) kreeg een nieuw dak. "En zo kunnen we er weer 100 jaar tegen", aldus de bewoners.
D
e foto is gemaakt op 4 juli 2017.
 
 
ZW 327-33           11-07-1991           NS, wachterswoning 20 nabij Baarle Nassau (dorp).
 

 
KD 279-24           11-07-1991           NS, wachterswoning 20 nabij Baarle Nassau (dorp). Op de voorgrond ligt het fietspad op het voormalige spoorwegtracé.
 
In het voorjaar van 1914 werden alle 27 wachterswoningen op Nederlands grondgebied, die in de jaren 1866-1867 door de ‘Société Anonyme des chemins de fer du Nord de la Belgique’ (NB) op een zo zuinig mogelijke wijze waren gebouwd, aangepast aan de behoeften van die tijd. Dat gebeurde conform het bestek 1347 van de 'Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen' (SS). Want sinds 1900 verbeterden de hygiënische omstandigheden langzaam maar zeker en kreeg de Rooms-Katholieke Kerk steeds meer invloed, zodat er ook grotere gezinnen ontstonden. Aldus moest er meer comfort en ruimte komen om het spoorwegpersoneel met vrouw en kinderen fatsoenlijker te huisvesten. Het bestek 1347 was geraamd op fl. 55.800,--. De aanbesteding vond plaats op 10 februari 1914.

Eerst werd het dak helemaal afgebroken en het aan de buitenzijde gelegen privaat. Vervolgens werden de muren hoger opgetrokken, zodat er meer ruimte onder een nieuwe kap ontstond om er te slapen. En dat waar eerst een niet van dakbeschot voorzien zoldertje was voor de wat grotere kinderen. De nieuwe kapconstructie zorgde dan ook voor veel meer comfort.
Alle woningen kregen een aanbouw, met gelijkvloers een woonkamer en een portaaltje met aansluitend een privaatgelegenheid, en erboven een slaapkamer. Al naar gelang de beschikbare ruimte gebeurde de aanbouw, of links of rechts van de bestaande woning. Verder werden alle vertrekken opnieuw ingericht met een aanrecht, schoorstenen, kasten en ledikanten.

Bij de verbouwing werd degelijk Amerikaans grenen gebruikt. Hoewel niet volgens het bestek, blijkt uit alle voorhanden foto’s van de wachterswoningen dat ook aan de voorzijde (kant spoorweg) een portaaltje is aangebracht voor een rechtstreekse toegang tot de woonkamer. Hoogstwaarschijnlijk zijn die portaaltjes van ongeveer 1 x 1 meter als 'meerwerk' op bestek 1347 uitgevoerd. In elk geval moest het raam van de woonkamer een eindje naar rechts of links worden verplaatst, al naar gelang de nieuwe aanbouw zich aan de rechterzijde of aan de linkerzijde bevond. De woningen hadden geen bedsteden meer, maar ter plaatse in elkaar getimmerde houten ledikanten, een nieuwtje voor die tijd.

Bij negentien woningen werd in het keldertje een broodoven aangebracht. Slechts in zes woningen was dat volgens het bestek niet het geval, misschien omdat de bewoners hun brood in het nabijgelegen dorp of stad konden of wilden halen.
Maar misschien wilden ze ook wel een eigen bakhuisje op het erf.
Verder lagen er naast het huis nog een welput en een put voor de opvang van regenwater, dat gebruikt werd als drinkwater en voor de wekelijkse was. Wanneer die put in tijden van grote droogte (bijna) leeg kwam te staan, reed een stoomlocomotief langs alle wachterswoningen om het water aan te vullen. Zo'n dienst van de werkgever kwam overal in het land voor en zeker vanuit Tilburg kon dat heel gemakkelijk worden gedaan tussen twee treinen van de magere dienstregeling door.
Met dank aan Henk Cornelissen, bewoner van een voormalige wachterswoning langs het baanvak Tilburg – Baarle Nassau (grens).
 
 
Uit de tekening blijkt de geweldige vooruitgang in wooncomfort voor het personeel langs de lijn Tilburg - Baarle Nassau (grens).
Links is de oorspronkelijk situatie voorgesteld. Meteen achter de (voor)deur (aan de kant van de spoorweg) lag de woonkamer (tevens in gebruik als keuken). Erachter lag de slaapkamer voor de ouders en via de trap was de zolder te bereiken, waar de kinderen hun slaapplek hadden. Als je dan 's nachts hoognodig naar het privaat moest, dan had je het in de winter zeker niet breed om buiten langs het huis daar naar toe te gaan. Een ondersteek bood misschien uitkomst.

Rechts is de situatie voorgesteld, waarbij de woningen aan de rechterzijde een aanbouw kregen. Om een indruk te krijgen van de afmetingen van de woning, wordt vermeld dat de nieuwe woonkamer binnenwerks 4,00 bij 4,00 meter groot was.
Met dank aan Henk Cornelissen, bewoner van een voormalige wachterswoning langs het baanvak Tilburg – Baarle Nassau (grens).
 
 
Voor- en zijaanzicht van de wachterswoningen 1 t/m 37 langs het baanvak Turnhout – Tilburg, zoals ze in 1867 zijn gebouwd. In die tijd was het Frans ook in Vlaanderen de voertaal onder alle ambtenaren en beambten bij de spoorwegmaatschappijen. Zij gaven slechts orders in het Frans aan hun ondergeschikten langs de lijn (in het Frans: ‘sur la route’) . Een wachterswoning of ‘maisonette pour le garde’ werd door het lager personeel langs de lijn al gauw verbasterd tot ‘route-huisje’ of zelfs als ‘roethuisje’ geschreven. Overigens werd dat ook gedaan langs de lijnen die door Belgische spoorwegmaatschappijen in Nederland zijn aangelegd en vaak ook Belgisch personeel kenden, zoals bijvoorbeeld Essen - Roosendaal - Moerdijk.
 
Overigens is het hier ook de plaats om het onderscheid tussen een wachterswoning (aanvankelijk ook wachthuis genoemd) en een wachtpost. Hoewel dat hoogstwaarschijnlijk niet aan de orde was op het baanvak Turnhout – Tilburg, vanwege het geringe aantal treinen, was het na 1903 bij een (wat) drukker baanvak (zoals Breda – Tilburg) gebruikelijk dat naast de wachterswoning voor de vaste wachter en zijn gezin kort bij de overweg nog een (vaak houten) wachtpostje stond voor de aflosser.
Want na de spoorwegstaking mocht ook een spoorwegwachter(es) geen dagen meer maken van 14 tot 18 uur per dag. Zodra zijn of haar werktijd om was, kwam er een ‘loopwachter’. Die woonde vaak al in de buurt en had soms ook een keuterboerderijtje om zijn kostje bij elkaar te scharrelen. Hij mocht in geen geval onderdak zoeken in het huis van de vaste wachter (en zijn vrouw), ook niet bij slecht weer, maar kreeg een apart schuilhokje (wachtpost) kort bij de overweg.
Na 1903 zijn er in heel Nederland heel veel wachtposten gebouwd (tussen Breda en Tilburg, zowat bij elke overweg). Zij verdwenen weer als sneeuw voor de zon, toen de spoorwegmaatschappijen in 1923 werden ontslagen van de wettelijke verplichting om elke overweg, ook die buitenaf met nauwelijks passanten, te beveiligen.
 
 
Locomotief NS 4388 (depot Nijmegen) passeert op 24 december 1956 wachterswoning 21 met goederentrein 6547 van Tilburg naar Baarle Nassau (grens). Foto J.G.C. van de Meene, collectie Marius Broos, Roosendaal.

Wachterswoning 21 was een van de negen, waarbij de aanbouw (met ook een portaaltje) uit 1914 aan de linkerzijde was neergezet. Deze negen woningen hadden de nummers 3, 5, 8, 10, 11, 13, 15, 21 en 23.
Overigens was er nog een verschil. In 21 van de 27 woningen was volgens het bestek 1347 een bakoven in de kelder aangebracht. Het ging om de nummers 3 tot en met 7, 10, 11, 13 tot en met 22 en 24 tot en met 27. De bewoners van de woningen 1, 2, 8, 9, 12 en 23 kregen die niet of wilden het niet, omdat zij in de buurt (Tilburg, Riel of Baarle Nassau) hun brood bij een bakker konden kopen, of misschien een vrijstaand bakhuisje op het erf lieten bouwen.
 
 
Ten noorden van Baarle Nassau keek de fotograaf rond 1970 in noordelijke richting, maar zag toen al geen wachterswoning meer.
 
 
Aan de weg naar Chaam stond wachterswoning 22. Pal ertegenover lag het café van August Hoefnagels. De wachterswoning zag er in de jaren voor of tijdens de Eerste Wereldoorlog nogal verwaarloosd uit, iets wat in latere jaren na een schilderbeurt beter werd. Het hoofdspoor tussen Tilburg en Baarle-Nassau-grens ligt op de voorgrond. De andere aftakkende sporen zijn bedoeld voor het plaatselijk goederenvervoer. Ansichtkaart uit de jaren rond 1910-1915.
 
 
Iets verder terug naar de kom van het dorp Baarle-Nassau, is links de toegangsweg naar het station te zien. De wachterswoning 22 komt fraai in beeld.
De woning 22 werd eind 1974 gesloopt. De Firma P.J. Vissers & Zn te Oosterhout kreeg op 27 november 1974 de opdracht voor de prijs van fl. 2975,-- excl. BTW. Op 11 december 1974 ontving NS de melding dat de zaak was uitgevoerd (archief NS, collectie MB).
 
 

Het baanvak Alphen - Baarle Nassau (dorp)

 
Tussen station Alphen en Baarle Nassau (dorp) bevonden zich vanaf de opening in 1867 de wachterswoningen 16 t/m 22, later genummerd 16 t/m 22 (in omgekeerde volgorde).
L = Staand aan de linkerkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg
R = Staand aan de rechterkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg

Als eerste is de kilometrering (Turnhout - Tilburg) na 1906 vermeld, alsmede overwegen en wachterswoningen met nummers 1 tot en met 27, een en ander conform kaarten van SS en/of NS uit latere jaren. Soms is ter oriëntatie een naam van een straat vermeld, met de kanttekening dat die in de loop van de jaren nog al eens is gewijzigd of foutief is vermeld op kaarten.

Als tweede wordt de kilometrering (grens - Tilburg) vóór 1906 vermeld, alsmede overwegen en wachterswoningen met nummers 1 tot en met 31 (vanaf Turnhout naar Tilburg), een en ander conform de tracétekeningen uit 1867 van NB/GCB.
Km 13,435 (L) stationsgebouw Baarle Nassau (dorp)
Km 13,568 overweg Nieuwstraat / Chaamseweg
Km 13,590 (R) wachterswoning 22 (vóór 1906: ww 16) (noordwestzijde overweg), gesloopt in 1974 (archief NS, collectie MB)
Km 13,715 overweg Leliestraat

Km 14,0 (R) wachterswoning 21 (vóór 1906: ww 17)
Km 14,048 overweg
Km 14,694 overweg
Km 14,7 (R) wachterswoning 20 (vóór 1906: ww 18)
Km 15,151 overweg
Km 15,2 (R) wachterswoning 19 (vóór 1906: ww 19)
Km 15,360 gemeentegrens (vóór 1906: km 6,745)
Km 15,939 overweg
Km 16,2 (R) wachterswoning 18 (vóór 1906: ww 20)
Km 16,224 overweg Poppelschebaan (vóór 1906: km 07,610)
Km 16,868 overweg Weeldestraatje (vóór 1906: km 08,255)
Km 17,335 (R) wachterswoning 17 (vóór 1906: km 08,720, ww 21), gesloopt in 1929, advertentie in NTC van 21-10-1929
Km 17,348 overweg (vóór 1906: km 08,635)
Km 18,150 (R) wachterswoning 16 (vóór 1906: km 09,550, ww 22)
Km 18,170 overweg Stationsstraat (vóór 1906: km 09,565)
Km 18,205 (R) privaatgebouwtje (vóór 1906: km 09,585)

Km 18,220 (R) stationsgebouw Alphen (vóór 1906: km 09,600)

Noot: De tracétekeningen uit 1867 tussen km 8,615 (grens) en km 17,335 (ww 18) zijn helaas verloren gegaan, zodat ik mijn toevlucht neem tot andere bronnen. Wie aanvullende informatie heeft, graag contact opnemen via info@mariusbroos.nl
 
 

Tussen Baarle Nassau (dorp) en Baarle Nassau (grens)

 
 
Perronzijde van het stationsgebouw Baarle Nassau (dorp), gezien vanuit het noordwesten, circa 1910. Tot in 1906 had het station ook douanefacilteiten. Het station heette overigens tot 1 juni 1923 gewoon Baarle Nassau en stond bij km 13,432 (Turnhout - Tilburg). Tussen de sporen aan de noordzijde van het perron stond een waterkolom (of waterkraan), van waaruit stoomlocomotieven onderweg nog van water konden worden voorzien. Een eenvoudig waterreservoirgebouw stond rechts buiten beeld. Aan de westzijde van het emplacement was enige outillage voor het goederenvervoer, zoals een verhoogde laad-en losplaats voor vee (veelading), een gewone laad- en losplaats voor (stuk)goederen, een weegbrug en een een ladingmal om te voorkomen dat goederenwagens buiten profiel werden beladen.
 
 
Perronzijde van het stationsgebouw Baarle Nassau (dorp), gezien vanuit het zuidwesten, circa 1910.
 
 
Een unieke plaat. Een locomotief, die het eigendomskenmerk van de GCB (precies achter de vijfde man van links) nog draagt en dat in Baarle Nassau (dorp). De foto dateert dus van vóór 1898. De locomotief is er een uit een serie van 38 stuks, gebouwd in de jaren 1864-1877 (nrs. 110-116 in 1864, nrs. 117-130 in 1866-1867, nrs. 131-137 in 1873-1874 en nrs. 138-147 in 1876-1877). Dat gebeurde door de fabrieken van Société de Saint-Leonard in Liège (nrs. 110 t/m 122) en Société de Couillet (nrs. 123 t/m 147) met verschillende vestigingen rond Charleroi. Het type was een zeer geslaagd ontwerp van ingenieur Maurice Urban, vandaar dat de 1B-machines algemeen werden aangeduid als ' Urban'. Ze behaalden door hun grote drijfwielen met een middellijn van 2,10 meter een maximale snelheid van 100 km/h. Dat was rond 1870 zeer opzienbarend. De machines werden eerst vooral ingezet op de hoofdlijnen, maar daalden na 1890 langzaam af naar de sneltreinen op zijlijnen. De toename van het treingewichten was hier debet aan, zodat sterkere machines noodzakelijk werden. Pas in 1921 gingen de laatste locomotieven (nrs. 122, 124, 130 en 141) van dit type buiten dienst.

Het lijkt erop dat in Baarle Nassau (dorp) bijna al het personeel met een wat hogere functie een plaatsje innam op de voetplaat van de locomotief. Slechts twee rangeerders (met hun rangeerhoorn) en twee arbeiders (in kiel) vallen echt op, naast twee bolhoeden.
 
 
De unieke plaat geeft een locomotief uit de deelserie 117-130 uit de jaren in 1866-1867 weer. Dat blijkt niet alleen uit de details die, hoewel spaarzaam, zijn te ontwaren op de foto, maar vooral uit het cijfer 2 dat tussen de benen van de vijfde man van links is te zien. Of je nu de de linkerzijde van de locomotief op de foto of de rechterzijde op de tekening ziet, dat maakt dan niet meer uit.
 
 
Straatzijde van het stationsgebouw Baarle Nassau (dorp), gezien vanuit het zuidoosten, circa 1915.
 
 
Perronzijde van het stationsgebouw Baarle Nassau (dorp), gezien vanuit het zuidwesten, circa 1930. Van links naar rechts staan de stationschef J. Schobbers, de stationsarbeiders Dries Willems en Sooike Meeuwesen en de arbeider-telegrafist Van Dam.
Na de staking van het reizigersvervoer op het traject Tilburg − Baarle Nassau (grens) per 6 oktober 1934 kreeg het stationsgebouw al gauw een nieuwe gebruiker. Het was de puddingfabriek Bergère-Herderin van Willem Middelman, een voormalig wethouder uit Barneveld. Dit duurde tot in 1961. In latere jaren stond het gebouw beter bekend als onderkomen van een bowlingcentrum.
 
 
Locomotief NS 4388 (depot Nijmegen) is op 24 december 1956 met goederentrein 6547 van Tilburg naar Baarle Nassau (grens) tot stilstand gekomen op het emplacement van Baarle Nassau (dorp). Goed is te zien dat het spoor 1 ontbreekt, zodat de doorgaande goederentreinen uitsluitend gebruik maken van spoor 2. Op de achtergrond links staat wachterswoning 22.
Foto J.G.C. van de Meene, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
Voor de activiteiten van de SSTT werd in 1974 een nieuw perron aan de spoorzijde van het stationsgebouw te Baarle Nassau (dorp) aangelegd. In juli 1977 vertrekt SSTT-locomotief, ex NS 8826, met een trein Tilburg West - Landgoed Schaluinen. De trein bestaat uit een waterwagen, twee 'blokkendozen' van de NS en drie ex BE-rijtuigen. Het stationsgebouw is op dat moment nog in gebruik als bowlingcentrum. Op de achtergrond links staat wachterswoning 22. Rechts lag het vroegere spoor 1.
Foto Jan Quik, collectie Marius Broos, Roosendaal.

 
 
ZW 029-08           06-06-1976           SSTT, ex NS 8826, trein Tilburg West - Landgoed Schaluinen, bij vertrek te Baarle Nassau (dorp).
Aan weerszijden van het stationsgebouw Baarle Nassau dorp lagen bij de overwegen de wachterswoningen 22 en 23.
Links staat wachterswoning 22 (zuidwestzijde overweg). Het stationsgebouw valt weg achter de trein. Rechts lag het vroegere spoor 1.
 
 
In 1974 of 1975 passeert locomotief NS 3737, in huur bij de SSTT, met trein Tilburg West - Landgoed Schaluinen, wachterswoning 23 aan de zuidzijde van het emplacement Baarle-Nassau (dorp). Met speciale dank aan Jan van Oevelen voor het mogen gebruiken van deze opname.
 
 
ZW 046-19           22-07-1977           SSTT, ex NS 8826, trein Tilburg West - Landgoed Schaluinen, bij vertrek te Baarle Nassau (dorp).
Aan weerszijden van het stationsgebouw Baarle Nassau dorp lagen bij de overwegen de wachterswoningen 22 en 23. Rechts staat wachterswoning 23 (noordoostzijde overweg). De fotograaf staat op de plaats, waar vroeger het spoor 1 lag.
 
 
ZW 218-16           20-08-1987           NS, wachterswoning 23 te Baarle Nassau (dorp). De spoorwegovergang ligt links buiten beeld.
 
 
Gezicht vanuit het westen op de Ulicotenseweg met (links) wachterswoning 23 en (rechts) een woning voor de opzichter van Weg & Werken (Voies et Travaux). Links buiten beeld ligt het emplacement van Baarle Nassau (dorp). Wachterswoning 23 is één van de negen woningen, waarvan de aanbouw uit 1914 aan de linkerzijde van het bestaande gebouw werd gezet. Opmerkelijk genoeg ontbreekt het spoor kort langs de wachterswoning. De plaat dateert dan ook van na 1934, toen het reizigersvervoer al was gestaakt en het stationsgebouw een nieuwe gebruiker had gekregen.
 
 
Gezicht vanuit het westen op de Ulicotenseweg met (rechts) wachterswoning 23. Links buiten beeld ligt het emplacement van Baarle Nassau (dorp). Wachterswoning 23 is één van de negen woningen, waarvan de aanbouw uit 1914 aan de linkerzijde van het gebouw uit 1867 werd gezet. Vaag is te zien dat op het erf een oude goederenwagen staat die als schuurtje wordt gebruikt. De plaat dateert van vóór 1935.
 
 
Nogmaals een gezicht vanuit het westen op wachterswoning 23. Links buiten beeld ligt het emplacement van Baarle Nassau (dorp). Wachterswoning 23 is inmiddels wit geschilderd, vanwege vochtdoorslag. Nog steeds staat op het erf een oude goederenwagen die als schuurtje wordt gebruikt. De plaat dateert van vóór 1935.
 
 

Bij de buurtschap 'Tommel' stond wachterswoning 25, destijds het woonhuis van het echtpaar Adrianus Jacobus Haneveer, geboren op 24 juli 1876 te Baarle-Hertog, en gehuwd op 2 juli 1898 met Joanna Maria Catharina Meeuwesen. Zij kregen negen kinderen, geboren in de jaren 1901, 1903, 1905, 1908, 1911, 1913, 1915, 1917 en 1919. Op de foto staan er (maar) zeven, waarvan degene die bij moeder Joanna op schoot zit zo’n één à anderhalf jaar oud lijkt. Aldus is de foto te dateren op 1916-1917.

 
Zoals gebruikelijk in die tijd was vader bij 'het spoor' werkzaam als 'wegwerker' in een ploeg van zo'n vijf à zes man, onder leiding van een ploegbaas. Uiteraard was die ook als wegwerker begonnen en later bij gebleken geschiktheid aangewezen tot leidinggevende van een onderhoudsploeg. Zo'n ploeg was belast met het onderhoud van rails en dwarsliggers over een baanvak zo'n zes à zeven kilometer.
Ondertussen zorgde moeder dan voor het tijdig sluiten en openen van de naastgelegen spoorwegovergang. Dat was tussen Tilburg en Baarle-Nassau vanwege het geringe aantal treinen er gemakkelijk bij te doen, naast haar steeds maar uitdijend kindertal.
 
Joanna Meeuwesen kwam in dienst per 9 augustus 1899 als hulpwachteres op wachtpost 26, werd per 1 april 1900 overgeplaatst naar wachtpost 28, per 19 oktober 1903 naar wachtpost 27 en per 1 april 1906 naar wachtpost 25, waar het echtpaar toen ook de naastgelegen woning 25 kon betrekken. Daar bleven zij vermoedelijk tot het einde van hun leven wonen.
Het inkomen van Joanna was fl. 0,25 per dag. Dat bleef zo tot 1 juli 1910, toen er een dubbeltje per dag bij kwam. Vanwege de nalorlogse prijsstijgingen verhoogde het spoorwegbedrijf haar bezoldiging per 1 april 1919 tot een gulden per dag en per 1 januari 1921 tot fl. 624,00 per jaar. Dat luidde ook meteen het einde van haar werk in. Per 25 oktober 1924 werd Joanna 'eervol niet op verzoek ontslagen onder toekenning eener onderstand'.
 

Midden in de Eerste Wereldoorlog stegen de prijzen voor het levensonderhoud sterk. Pas aan het einde van de oorlog moesten alle werkgevers over de brug komen met flinke loonsverhogingen. Dat was echter al gauw niet meer op te brengen, zeker in het licht van het sterk achterblijvende vervoer in concurrentie met dat over de weg en het water.
Na 1920 leunden de spoorwegmaatschappijen steeds meer op bijdragen uit ‘s Rijks schatkist. Ter bezuiniging op deze uitgaven werd op 6 mei 1922 een wet uitgevaardigd, volgens welke de bewaking van overwegen na toestemming van de minister kon worden opgeheven. Binnen twee jaar was toen de helft van alle overwegen in Nederland onbewaakt. Menig personeelslid werd op wachtgeld gestuurd of kwam als invalide in het pensioenfonds terecht. Voor vele wachteressen was het einde verhaal. Indien een wachterswoning niet meer nodig was als onderkomen voor een andere spoorwegman, volgde ook al vrij snel afbraak.

 
Adrianus Jacobus Haneveer kwam per 18 oktober 1903 bij 'het spoor' in dienst en was zijn hele leven als wegwerker aan de slag. Terwijl zijn vrouw een kwartje binnenbracht, deed hij dat oplopend vanaf 1903 (90 cent per dag) tot 1 april 1919 ( fl. 1,45 per dag). Het was dus bepaald geen vetpot, maar zij hadden wel een woning tot hun beschikking. Zoals bij zijn vrouw steeg ook zijn bezoldiging, namelijk per 1 april 1919 tot fl. 3,15 per dag en per 1 januari 1921 tot fl. 1488,01. Wegwerkers kon het spoor nog niet missen, dus werd zijn loon verlaagd in verschillende etappes tot fl. 1122,03 in 1935. In dat jaar werd Adrianus eervol op eigen verzoek ontslagen wegens invaliditeit, nog geen zestig jaar oud.
Het echtpaar kon er echter wel blijven wonen en na hun dood volgden nog andere bewoners. Pas In 1979 werd de wachterswoning afgebroken, maar liefst 112 jaar oud (bron: NS, melding sloop gereed op 12 juni 1979, toenmalig adres Schaluinen 4A).
 
 
KD 279-17           11-07-1991           NS, wachterswoning 26 te Baarle Nassau (grens). In de jaren 1974-1981 stopten de treinen van de SSTT bij een provisorisch aangelegd perron, genoemd naar het naburige Landgoed Schaluinen.
 
 
Een tiental jaren later is wachterswoning 26 nogmaals gefotografeerd. Veel was er niet gewijzigd, al leek het gebouw leeg te staan.
 
 
Een eerste kennismaking met wachterswoning 27 aan het Ghil 2 te Baarle Nassau (grens), circa 1970.
 
 
KD 163-09           20-08-1987           NS, wachterswoning 27 te Baarle Nassau (grens).
 
 
KD 163-10           20-08-1987           NS, wachterswoning 27 te Baarle Nassau (grens). Er is nog geen fietspad op het voormalige spoorwegtracé aangelegd. Uiteindelijk werd dat op 11 mei 1990 officieel geopend.
 
 
Hoe authentiek was de uitstraling van de overweg naast wachterswoning 27, nog geen vijftien jaar eerder! Als afscheiding van de spoorwegovergang zijn oude ijzeren dwarsliggers gebruikt. Overigens is het op deze foto zichtbare schuurtje op andere foto's van deze woning niet meer aanwezig. Met speciale dank aan Jan van Oevelen voor het mogen gebruiken van deze opname.
 
 
ZW 217-09           16-08-1987           NS, achterzijde wachterswoning 27 te Baarle Nassau (grens).

Het houten schuurtje heeft misschien veel weg van een vroegere bergplaats van de Dienst van Weg & Werken (ploegkeet),
zoals die in het verleden overal in Nederland zijn gebouwd. Dat is echter niet het geval langs het baanvak Tilburg – Baarle Nassau (grens).
Om meer bergruimte voor de bewoners te scheppen, werd op het erf een apart houten schuurtje geplaatst. Deze schuurtjes stonden op een betonnen plaat, waarop een muurtje van een halve meter hoog was gemetseld. Hierop werden uit oude houten dwarsliggers vier wanden geplaatst. Daarop rustte het pannendak. Deze kwamen uit de fabriek van de Firma J. Meeuwissen (later pannenfabriek ‘De Valk’) uit Echt (bij Susteren). In de schuur stond ook een gemetselde schouw en schoorsteen, bedoeld om de wekelijkse was te koken. Met dank aan Henk Cornelissen, bewoner van een voormalige wachterswoning langs het baanvak Tilburg – Baarle Nassau (grens).
 
 
KD 279-18           11-07-1991         NS, wachterswoning 27 te Baarle Nassau (grens). Vier jaar later is het houten schuurtje vervangen door een nieuwe schuur, die niets meer met het spoorwegbedrijf heeft uit te staan.
 
 

Het baanvak Baarle Nassau (dorp) - Baarle Nassau (grens)

 
Tussen station Baarle Nassau (dorp) en Baarle Nassau (grens) bevonden zich vanaf de opening in 1867 de wachterswoningen 11 t/m 15, later genummerd 23 t/m 27 (in omgekeerde volgorde).
L = Staand aan de linkerkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg
R = Staand aan de rechterkant van het baanvak, gezien vanuit Tilburg

Als eerste is de kilometrering (Turnhout - Tilburg) na 1906 vermeld, alsmede overwegen en wachterswoningen met nummers 1 tot en met 27, een en ander conform kaarten van SS en/of NS uit latere jaren. Soms is ter oriëntatie een naam van een straat vermeld, met de kanttekening dat die in de loop van de jaren nog al eens is gewijzigd of foutief is vermeld op kaarten.

Als tweede wordt de kilometrering (grens - Tilburg) vóór 1906 vermeld, alsmede overwegen en wachterswoningen met nummers 1 tot en met 31 (vanaf Turnhout naar Tilburg), een en ander conform de tracétekeningen uit 1867 van NB/GCB.


Km 00,000 Turnhout (beginpunt onbekend)
Km 08,615 stationsgebouw Baarle Nassau (grens) - landsgrens
Km 10,025 overweg
Km 10,1 wachterswoning 27 (vóór 1906: ww 11)
Km 11,3 wachterswoning 26 (vóór 1906: ww 12) (stopplaats landgoed Schaluinen, nieuw perron voor SSTT in 1974)
Km 11,314 overweg
Km 11,612 overweg
Km 11,9 wachterswoning 25 (vóór 1906: ww 13), gesloopt in 1979 (archief NS, collectie MB)
Km 11,974 overweg
Km 12,316 overweg
Km 12,5 wachterswoning 24 (vóór 1906: ww 14), gesloopt in 1941, advertentie in NTC van 02-12-1940
Km 12,512 overweg
Km 13,305 overweg Ulicotenseweg
Km 13,315 (L) wachterswoning 23 (vóór 1906: ww 15) (noordoostzijde overweg Ulicotenseweg)
Km 13,435 (L) stationsgebouw Baarle Nassau (dorp)

Noot: De tracétekeningen uit 1867 tussen km 8,615 (grens) en km 17,335 (ww 18) zijn helaas verloren gegaan, zodat ik mijn toevlucht moest nemen tot andere bronnen. Wie aanvullende informatie heeft, graag contact opnemen via info@mariusbroos.nl
 
 
Advertentie in Nieuwe Tilburgsche Courant van 2 december 1940.
 
 

Baarle Nassau (grens)

 
Na 1879 liet de GCB het echter steeds meer afweten op deze route. Zij stak haar geld voortaan liever in de zeer lucratieve ‘IJzeren Rijn’ (Antwerpen − Mönchen Gladbach). Uiteindelijk, in 1897, werden alle lijnen van de GCB door de Belgische Staat (EB) opgekocht. Het gedeelte tussen de grens bij Baarle Nassau en Tilburg kwam in handen van de SS.
Tegelijkertijd spraken de SS en de EB bij overeenkomst van 1 oktober 1898 met elkaar af dat er een nieuw en groot grensstation zou worden gebouwd bij Baarle Nassau, hetzij op de grens, hetzij op Nederlands grondgebied. In die tijd hanteerde België bij het vaststellen van vrachtprijzen het ’stelsel van de absoluut kortste route’. De SS wist dat de nieuwe route over Tilburg en Turnhout in veel gevallen korter was dan de route over Roosendaal en Essen. De SS hoopte dat zij in de toekomst een groot deel van het vervoer over Baarle Nassau kon leiden in plaats van over Roosendaal, waarlangs haar concurrent HIJSM (vanuit Amsterdam) mocht rijden in het kader van de Spoorwegovereenkomsten van 1890. Deze vlieger ging niet op.
Om de concurrentiestrijd tussen de beide grootmachten (SS en HIJSM) te beteugelen, moest de SS op gezag van de Nederlandse regering water bij de wijn doen. De mogelijkheid van goedkope tarieven voor de route over Baarle Nassau tegenover Roosendaal werd aanzienlijk beperkt. Desondanks verwachtte de SS nog een zodanige groei van het vervoer via Baarle Nassau, dat zij het gerechtvaardigd vond het nieuwe grensstation op de grens zeer ruim op te zetten. In 1906 was het station voltooid, alleen heeft het nooit aan het doel kunnen beantwoorden. Het doorgaande goederenvervoer bleef vooral gebruik maken van de grensovergang Roosendaal, temeer omdat de havenstad Antwerpen zich ook roerde in de landspolitiek. Om economische redenen zag het stadsbestuur graag alle reizigers en goederen haar stad passeren.
 
Het emplacement telde een stationsgebouw op eilandperron met overkappingen, een douane-goederenloods, drie seinhuizen voor de centrale bediening van wissels en seinen, een tractiedepot met polygonale loods voor acht locomotieven, een draaischijf en vele sporen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog stond er pal bij de grens een prikkeldraadversperring. De eerste sanering van wissels vond al plaats in 1929 aan de noordoostzijde, gevolgd door het opbreken van zes sporen in 1933. Bijna alle sporen en gebouwen (loodsen, seinhuizen en locomotievenloods) verdwenen in de jaren 1940-1960. De spanten van de douane-goederenloods gingen in 1948 naar Hengelo. De draaischijf werd ontmanteld na het opheffen van de stoomtractie in 1957. Tot dan toe keerde hier elke werkdag een 3700 of 4300 voor de terugrit met de dagelijkse goederentrein. Rond 1960 verdween als laatste nagenoeg het hele stationsgebouw met perronoverkapping, behalve op twee stukjes na aan het eind van de eilandperron.
 
 
Ansichtkaart uit 1915. Gezicht op het stationsgebouw Baarle Nassau (grens) vanaf de westzijde naar het noorden.
 
 
Ansichtkaart uit 1915. Gezicht op het stationsgebouw Baarle Nassau (grens) vanaf de oostzijde naar het noorden. In de verte zijn links het seinhuis, het tractiegebouw en de douanegoederenloods te zien.
 
 
Ansichtkaart uit 1920. Gezicht op het stationsgebouw Baarle Nassau (grens) vanaf de oostzijde naar het zuiden. Opvallend zijn de uithangborden in sectieltegelwerk aan de perronoverkapping uit 1906, met opschriften zowel in het Nederlands als in het Frans. In een iets andere vormgeving kregen zij in 1907 in Roosendaal hun opvolgers, maar dan alleen in het Nederlands. Ook de overkapping zelf had in Roosendaal een andere vormgeving. Let op de regenpijpen in dezelfde boogvorm als de staanders. Zelfs was er in Baarle Nassau (grens) op het perron een fonteintje met drinkwater aanwezig.
 
 
Ansichtkaart uit 1915. Gezicht op het stationsgebouw Baarle Nassau (grens) vanaf de oostzijde naar het zuiden. Links zijn enkele woningen (Grensweg 20 t/m 24) voor het spoorwegpersoneel te zien.
 
 
Ansichtkaart uit 1915. Gezicht op het stationsgebouw Baarle Nassau (grens) vanaf de oostzijde. Rechts zijn enkele woningen (nu Grensweg 10 t/m 18) voor het spoorwegpersoneel te zien. Links staat een soortgelijk gebouw als onderkomen voor het Belgische spoorwegpersoneel van Weelde-Statie. Alle huizen zijn nu nog steeds aanwezig en staan deels op de Rijksmonumentenlijst.
 
 
00467    14-07-2007         Het onderkomen aan de Grensweg voor het Belgische spoorwegpersoneel te Weelde-Statie.
 
 
Ansichtkaart uit 1910. Gezicht vanaf de westzijde op enkele woningen voor het spoorwegpersoneel te Baarle Nassau (grens). De panden (Grensweg 18 t/m 24) zijn heden ten dage nog steeds aanwezig en staan deels op de Rijksmonumentenlijst.
 
 
KD 279-20           11-07-1991         Panden Grensweg 18 t/m 24 te Baarle Nassau (grens).
 
 
KD 279-19           11-07-1991         Panden Grensweg 10 t/m 16 te Baarle Nassau (grens).
 
 
Locomotief NS 4388 (depot Nijmegen) rangeert op 24 december 1956 met goederenwagens op het emplacement van Baarle Nassau (grens). In de verte is het stationsgebouw van Baarle Nassau (grens) en links een restant van de vroegere douanegoederenloods te zien. Het emplacement Baarle Nassau (grens) strekte zich uit van km 08,615 tot km 9,6 (Turnhout- Tilburg).
Fo
to J.G.C. van de Meene, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
ZW 013-16          30-07-1974         Gezicht vanaf het noordwesten op het 'stationsgebouw' van de NS te Baarle Nassau (grens). In de verte staat op het gemeenschappelijke eilandperron het 'stationsgebouw' van de NMBS te Weelde-Statie. Ongeveer op de grens tussen de beide restanten staat een ladingmal.
 
 
In het 'stationsgebouw' van de NS, dat destijds voor de Nederlandse treindienst was bedoeld, bevond zich in het natuurstenen portaal het eigendomskenmerk 'My tot Expl van SS'.
 
 
Naast dat van de SS had destijds ook de 'Belgische Staatsspoorwegen' een natuurstenen eigendomskenmerk, maar dan wel in haar eigen eindgebouw aan de zuidzijde van het perron.
 
 
Locomotief NMBS 53.239 (depot Antwerpen Dam) is op 24 december 1956 met een goederentrein tot juist voor de grens gestopt. Links staat het stationsgebouw van NS en NMBS al in een ver verwaarloosde toestand. De ladingmal zou het nog tot het einde van de dienst bijna twintig jaar later uithouden. Foto J.G.C. van de Meene, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
ZW 013-17          30-07-1974         Gezicht vanaf het zuidwesten op het 'stationsgebouw' van de NS te Baarle Nassau (grens). Op de voorgrond staat de ladingmal uit vroegere jaren. Het stootblok staat precies op de Nederlands-Belgische grens.
 
 
In tegenstelling tot de woningen aan de Grensweg resteerde er in 1975 al niet veel meer van het eens zo groots en fraai opgezette stationsgebouw Baarle Nassau (grens) op het eilandperron. Alleen twee eindgebouwen stonden nog overeind. Aan de westzijde lag er op Belgisch gebied slechts een enkel spoor, terwijl op Hollands gebied een locomotief nog kon omlopen, dit in het voordeel van de SSTT, want anders was een treindienst met stoom beslist onmogelijk geweest. Gezicht op het 'stationsgebouw' van de NMBS te Weelde-Statie en in de verte dat van de NS. Foto R.A.J. Hamoen, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
ZW 013-05          30-07-1974         Gezicht vanaf het zuidwesten op het 'stationsgebouw' van de NMBS te Weelde-Statie.
 
 
ZW 013-18A          30-07-1974         Links; Gezicht op een deel van de gevel (westzijde) van het 'stationsgebouw' van de NMBS te Weelde-Statie. Boven de deur zit een fraaie steen, identiek aan de oostzijde.
ZW 013-05A          06-07-1974         Rechts: Gezicht op een deel van de gevel (oostzijde) van het 'stationsgebouw' van de NMBS te Weelde-Statie. Boven de deur zit een fraaie steen, identiek aan de westzijde. Naast het raam aan de gevel (zuidzijde) hangt een kastje met dienstvoorschriften.
 
 
ZW 013-18B          30-07-1974        De stenen met het Belgische wapen, met aan weerszijden een gevleugeld wiel (destijds symbool voor alle spoorwegmaatschappijen in Europa) en de opschriften 'Belg=Staatsspoorwegen' en 'Eendracht maakt macht' (in het Frans: 'l'Union fait la force', vergelijkbaar met het Nederlandse 'Je maintiendrai') verdwenen 'rucksichtslos' naar de sloper.
 
 
ZW 013-19          30-07-1974         Kastje met dienstvoorschriften aan de gevel (zuidzijde) van het 'stationsgebouw' van de NMBS te Weelde-Statie.
 
 
Nogmaals een blik vanuit Belgie op de gebouwen te Weelde-Statie en Baarle-Nassau (grens).
 
 
KD 162-12           16-08-1987         Restanten van het eilandperron te Weelde-Statie en Baarle Nassau (grens).
Ongeveer op de plaats van de fotograaf stond eertijds het 'stationsgebouw', althans het deel voor de NMBS, te Weelde-Statie.
Kort na 1980 werden alle gebouwen op het perron gesloopt.
 
 
Twintig jaar later is de plaats het vroegere 'stationsgebouw' flink overwoekerd. De blauwe hardstenen perronrand, zoals die in 1906 werd aangebracht (en ook in Roosendaal in 1907) is al ten dele gesloopt. Foto W. Mensinga, 2007.
 
 
KD 614-37           circa 1965            Gezicht vanaf het zuiden op het 'stationsgebouw' en emplacement van de NMBS te Weelde-Statie.. Het emplacement strekte zich uit van km 08,0 tot km 8,615 (Turnhout- Tilburg). Het werd in de loop der jaren sterk vereenvoudigd, totdat er in 1973 nog maar een enkel spoor was overgebleven tot op de grens met een stootjuk.
 
 
Op 13 april 1965, om 14.45 uur, is de overgave van goederentreinen tussen de NMBS en de NS in Weelde-Statie / Baarle Nassau (grens) een feit. Links staat een locomotief NS 24/2500 gereed voor vertrek met goederentrein 4.6548 naar Tilburg GE. Rechts wacht locomotief NMBS 272.005 met goederentrein 4.6547 (nummer van NS tot Weelde-Statie) op het vertreksein.
Foto Pierre de Greeuw, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
Het noorden is links. Op een topografische kaart uit circa 1910 is de omvang van de emplacementen Baarle Nassau (grens) en Weelde-Statie goed te zien ten opzichte van het wegennet in de omgeving. Opvallend is de lengte van Baarle Nassau (grens) en de breedte van Weelde-Statie, een typisch verschil in aanleg van spoorwegemplacementen in Nederland en in Belgie.
 
 
Het noorden is links. In de luchtfoto van Google Earth, situatie 2010, is in het midden in zwart het stationsgebouw van Baarle Nassau (grens) en het grote eilandperron aangegeven. Pal ten noorden van het perron ligt een van de drie seinhuizen, het tractiegebouw en wat verderop de grote douanegoederenloods, annex opslagloods. Een flink eind is zuidwestelijke richting ligt het tractiedepot met de polygonale ('ronde') locomotievenloods, de draaischijf, het waterreservoirgebouw en een gebouw voor de Dienst van Tractie. Alleen de onderbouw van de draaischijf is heden ten dage nog intact in het bos aanwezig. De landsgrens is aangegeven in een witte lijn. Bij km 08,615 (Turnhout - Tilburg) snijdt de grens het stationsgebouw. De as van de spoorweg is aangegeven met een zwarte streeplijn en loopt aan de westzijde van het eilandperron.
 
 
05807      03-10-2014         De onderbouw van de draaischijf te Baarle Nassau (grens) had een diameter van 18 meter. De bovenbouw is echter rond 1960 gesloopt en als oud ijzer verschroot.
 
 
ZW 213-06           1906      De bovenbouw van de draaischijf met een diameter van 18 meter, zoals gemonteerd in de machinefabriek van H. Jonker & Zn te Amsterdam. De draaischijf was voorzien van een opstaande rand, zodat locomotieven op de naastliggende sporen bij de loods niet in de put terecht konden komen.
 
 
Omdat foto's van de buitenzijde van de polygonale ('ronde') locomotievenloods in Baarle Nassau niet bekend zijn, wordt op deze plek volstaan met een afbeelding van de soortgelijke loods in Roosendaal, met dien verstande, dat:
1. het aantal sporen in de loods was niet acht maar zes, gelegen in zes 'vakken',
2. de dienstlokalen bevonden zich in een aanbouw aan de linkerzijde van de loods, in plaats van rechts in Roosendaal in één 'vak'.
De loods had een diepte van 22 meter, zodat er plaats was voor het dagelijks onderhoud, het wekelijkse ketelwassen en kleine herstellingen van kleine tot hele grote locomotieven van de toenmalige 'Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen' (SS), later opgegaan in 'Nederlandsche Spoorwegen' (NS).
 
 
Wel is er een foto bekend van de binnenzijde van de polygonale ('ronde') locomotievenloods in Baarle Nassau. De fotograaf staat aan de zuidzijde van de loods en kijkt in de richting van de deuren naar de aanbouw met dienstlokalen. De vloer moet nog worden gelegd. De rookkappen hangen aan de voorzijde van de loods, precies op de plaatsen waar locomotieven met hun schoorstenen tot stilstand komen.
 
 
Het was overigens geen peulenschil om de spanten op te bouwen. De onderdelen werden in een fabriek op maat gemaakt en liggend op de vloer met schroeven in elkaar gezet tot een hele spant. Klopte dat allemaal, dan werd alles gedemonteerd en naar de bouw-plaats vervoerd. Vervolgens werden alle onderdelen wederom tot een spant in elkaar gezet en met klinknagels definitief aan elkaar geklonken. En dan ging het omhoog met 'domme krachten', waarna de eindmontage volgde tot één geheel met de andere spanten. Een 'domme kracht' is een werktuig, bestaande uit een zware kast, waarin een getande stang (heugel) door een vertragings-mechanisme wordt bewogen, dienend om zeer zware voorwerpen op te lichten.
 
In totaal werden er vijf representanten van dit type locomotievenloods in Nederland gebouwd naar ontwerp van architect G.W. van Heukelom. Dat waren:
1906 - Baarle Nassau (grens), 6 vakken met een spoor + 1 vak met dienstlokalen
(links), gesloopt omstreeks 1940.
1907 - Roosendaal, 8 vakken met een spoor + 1 vak met dienstlokalen (rechts), gesloopt in 1961.
1914 - Weert, 5 vakken met een spoor + aanbouw met dienstlokalen (links), gesloopt circa 1993.
1924 - Susteren, 4 vakken met een spoor + aanbouw met dienstlokalen (links), gesloopt in 1961.
1914 - Eindhoven, 9 vakken met een spoor + 1 vak met dienstlokalen, in 1923 uitgebreid tot 20 vakken met een spoor, gesloopt circa 1955. De spanten zijn echter hergebruikt in de toen nieuw gebouwde en nog steeds bestaande 'lijnwerkplaats'.
 
 
Locomotief NS 4388 (depot Nijmegen) wordt op 24 december 1956 met de hand op de draaischijf te Baarle Nassau (grens) gedraaid. Duidelijk is de opstaande rand te onderscheiden. Foto J.G.C. van de Meene, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
Of de locomotievenloods in Baarle Nassau (grens) ooit werd gebruikt, is onbekend omdat elke stationeringslijst ontbreekt. In elk geval was dat zeker niet meer het geval vanaf het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914, omdat het vervoer tussen Nederland en Belgie toen volledig tot stilstand kwam. Na het einde van de oorlog ging nagenoeg al het vervoer via Roosendaal. De aanleg van het emplacement Baarle Nassau (grens) berustte dan ook op volledig onjuiste inzichten tussen Nederland en Belgie.
 
 

Nederland - België

 
Veel is inmiddels verdwenen. Onzichtbaar is vaak de landsgrens. Toch zijn er nog veel grensstenen op perceelsgrenzen aanwezig, als je maar weet waar je moet zoeken. Het was in vroeger dagen gebruikelijk, zowel in België als in Nederland, om op alle knikken, hoeken of verspringingen langs de spoorweg grensstenen te plaatsen. Deze waren gehouwen uit natuursteen.
Op de kop stonden in het zuiden van Nederland, waar de meeste lijnen werden aangelegd door de Staat der Nederlanden en de exploitatie in handen kwam van de 'Maatschappij tot Exploitatie van StaatsSpoorwegen' de letters SS (
naar ‘StaatsSpoorwegen’), alleen van oorsprong niet tussen Antwerpen − Roosendaal − Breda/Moerdijk (AR, genoemd naar de plaatsen in de naam ‘Société Anonyme des chemins de fer d'Anvers à Rotterdam') en ook niet tussen Turnhout en Tilburg (TT, genoemd naar de plaatsen Turnhout en Tilburg, dus niet naar de naam ‘Société Anonyme des chemins de fer du Nord de la Belgique’, die de lijn had aangelegd.
 
 
Links is een grenssteen van de SS uit de jaren 1863-1890 te zien, dus uit de jaren van de eerste, tweede en derde Staatsaanleg. De steen is ongeveer 60 cm lang, waarvan op deze foto zo'n 35 cm boven de grond steekt. Slechts de kop met zo'n 20 cm eronder is mooi vierkant afgebeiteld, de rest eronder is ruw om de steen een houvast in de bodem te kunnen geven.
Foto Marius Broos, Roosendaal.
Rechts is een TT-grenssteen te zien, waarvan er nog steeds een heleboel langs het 'Bels lijntje' staan. Heel duidelijk zijn de letters TT te onderscheiden. Het formaat, zowel in breedte als in hoogte, zal niet zo heel veel verschillend zijn met een SS-grenssteen.
Foto Henk
Cornelissen te Alphen, met dank.
 
 
Links staat de kop van een SS-grenssteen (dezelfde als hierboven links), waarvan de letters pas goed zijn te onderscheiden bij een laagstaande zon. Rechts een ander exemplaar. Foto's Marius Broos, Roosendaal.
 
Na de eigendomsovergang van het 'Bels lijntje' aan de Staat der Nederlanden in 1898 zullen er ter vervanging van verloren gegane TT-grensstenen op het Nederlandse gedeelte alleen nog maar (nieuwe) SS-grensstenen zijn geplaatst. Desondanks bleven vele grenzen met de percelen van aanliggende eigenaren tot op de dag van vandaag ongewijzigd, zodat de TT-grensstenen niet werden verplaatst of verwijderd. Foto Marius Broos, Roosendaal.
 
 
Bij de aanleg van het emplacement Baarle Nassau (grens) in 1906-1907 werden op de nieuw gevormde grenspunten nieuwe uit natuursteen gehouwen SS-stenen geplaatst, echter van een groter formaat met een volledig vierkante kop van 20 x 20 cm, zoals overal elders in het land.
De kleinere uit de jaren 1863-1890 werden nog al eens door (aangrenzende) landbouwers verwijderd of met het ploegen geraakt, waardoor ze scheef kwamen te staan. Wanneer dat het geval was met de grotere en zwaardere SS-stenen, dan sloeg er vaak een stuk af, maar bleef het zware onderstuk zitten.
 
 
Op maandagochtend 22 februari 1932, ongeveer 09.00 uur, ontplofte in Weelde-Statie de ketel van locomotief NMBS 905, ex nummer 4045. Waarschijnlijk was dit te wijten aan te weinig water in de ketel (droogkoken). Het personeel van de locomotief bevond zich op het moment van de explosie elders op het uitgestrekte emplacement. Hele stukken ijzer en staal vlogen door de lucht, aldus de Nieuwe Tilburgsche Courant.
 
 
Locomotief NMBS 905 had haar stelplaats in Antwerpen (Berchem), maar werd niet meer hersteld. De machine van het type 2C (dat wil zeggen: twee loopassen en drie aangedreven assen) stamde uit de jaren 1909-1914 en maakte deel uit van een serie van 64 stuks. Maar liefst 21 locomotieven gingen in de Eerste Wereldoorlog verloren. Een groot deel van de overige 42 machines werd het slachtoffer van vernielingen in de Tweede Wereldoorlog. Van het restant hield de laatste het uit tot in 1951.
 
 
00468      14-07-2007         Het stationsgebouw van Weelde-Merxplas (km 08,0 Turnhout - Tilburg) is al sinds de jaren dertig in gebruik als woonhuis. Links van het gebouw, dat oorspronkelijk hetzelfde uiterlijk kende als dat in Naarle Nassau (dorp), ligt het voormalige spoorwegtracé, nu in gebruik als fietspad.
 
 
Een eeuw geleden lag er een enkelsporige draaibrug over het kanaal. Aan de overzijde van de draaibrug staat een wachtpost, terwijl aan de kant van de fotograaf ongetwijfeld een woning voor de vaste brugwachter stond. De grote groep wegwerkers geeft aan dat er heel wat werk bij de brug was te doen. In de verte aan de overzijde is nog een wachterswoning te zien.
 
 
De draaibrug over het Kanaal van Dessel naar Schoten sneuvelde in de strijd om de bevrijding van het land in 1944. Later kwam hier voor een enkelsporige hefbrug in de plaats. Kort na 1980 viel deze brug echter onder de slopershamer.
 
 
Spoorwegbelangstellende Jacob H.S.M. Veen, destijds wonend in Tilburg, maakte er in juli 1977 ook nog een plaatje van.
 
 
Sinds enkele jaren zijn de restanten van de brug bij Turnhout over het Kanaal van Dessel naar Schoten weer goed in het veld te zien.
De foto is gemaakt in noordelijke richting. Het fietspad over het oude spoorwegtracé naar Tilburg begint aan de overzijde van het kanaal. De brug kruiste het kanaal onder een vrij scherpe hoek.
 
 
 

Het station Turnhout

 
 
Oorspronkelijk was het station Turnhout voorzien van een overkapping, waaronder drie sporen en twee perrons lagen.
 
 
Het fraaie stationsgebouw van Turnhout, hier gefotografeerd op 30 juli 1974, is gebouwd in 1896 naar een ontwerp van architect Franz Seulens. Meer over dit gebouw is te vinden in een aparte rubriek op deze website.
 
 

De dienstregeling

 
 
De dienstregeling van 1868 telde tussen Tilburg en Turnhout slechts drie treinen per dag in elke richting. Vanuit Rotterdam was er in Tilburg tweemaal een aansluiting, al was hier de overstaptijd bijzonder ruim. Tussen Rotterdam en de haven van Moerdijk waren de reizigers nog aangewezen op een veerdienst. Pas in 1872 kwam de spoorwegbrug bij Moerdijk in dienst. Ook in dat jaar kwam het aansluitende spoorwegtraject tussen Rotterdam Mallegat (Feijenoord) via Dordrecht en Willemsdorp naar Lage Zwaluwe gereed, zodat reizigers al aanzienlijk tijd minder lang onderweg waren. De dienstregeling laat een doorgaande exploitatie zien tussen Tilburg en Herentals/Aarschot, iets wat enkele jaren later al verleden tijd werd. Turnhout werd toen het begin- en eindpunt van alle treinen naar Herentals en/of Aarschot en Tilburg. Dat zou zo blijven tot het einde van het reizigersvervoer.
 
 
De dienstregeling van 1881 gaf nog steeds drie treinen per dag in elke richting. Slechts een enkele locomotief uit Turnhout met een gecombineerd rijtuig 1e en 2e klasse, alsmede twee rijtuigen 3e klasse, waren voldoende om de drie 'slagen' van de treindienst te rijden. Zelfs het personeel had het gemakkelijk, maar was wel de hele dag van huis. Om vier uur 's ochtends gingen zij het bed uit en te voet naar het tractiedepot in Turnhout. Na het gereedmaken van locomotief en trein was het eerste vertrek om 05.10 uur. Aan het eind van de dag waren de mannen voor de derde maal terug in Turnhout en konden zij om acht uur 's avonds naar huis en naar bed. Dagen van zestien uur dienst waren in 1881 nog heel gewoon, ofschoon niet elke dag. Overigens was deze dienst niet zwaar. Zowel in Tilburg als in Turnhout vielen er pauzes van ruim twee uur. Dienstregeling, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
De dienstregeling van 1909 gaf vijf treinen per dag in elke richting, althans tussen Weelde-Merxplas en Turnhout. In Baarle Nassau (grens) moest steeds worden overgestapt. Tegelijk dienden de reizigers zich ook te voorzien van een nieuw plaatsbewijs. Vandaar dat in deze dienstregeling (uitgegeven door de 'chemins de fer de l'Etat Belge' of 'Belgische Staatsspoorwegen') de prijzen voor een enkele reis (billet simple) en een retour (billet aller et retour) zijn vermeld als service aan de reizigers. Zoals in de dienstregeling is te zien, was er tussen Belgie en Nederland een verschil in tijd van 20 minuten. Dienstregeling, collectie Marius Broos, Roosendaal.
 
 
De dienstregeling van 1932 telde tussen Tilburg en Baarle Nassau (grens) slechts vier treinen per dag in elke richting, namelijk drie stoptreinen en een sneltrein Eindhoven − Brussel via Tilburg en Turnhout. Het was voor de Eindhovenaren die naar Brussel reisden wel heel vroeg opstaan. Het alternatief was via Roosendaal gaan, maar dat kostte nog meer tijd en meer geld. De lokale reizigers vanuit Tilburg naar Turnhout moesten in Baarle Nassau (grens) overstappen op een autobus van de ATO. Overigens reden er ook toen ook al autobussen rechtstreeks tussen Tilburg en Turnhout. Naast deze reizigerstreinen en een enkele goederentrein per dag reed er af en toe een bedevaarttrein naar en van Scherpenheuvel en heel soms de koninklijke trein naar Brussel of een voetbaltrein naar Antwerpen. Dienstregeling, collectie Marius Broos, Roosendaal.
Al op 6 oktober 1934 werd het reizigersvervoer op Tilburg − Baarle Nassau (grens) gestaakt. De in 1909 geopende stoomtramdienst tussen Tilburg en Turnhout via Hilvarenbeek, Esbeek en Poppel en vooral de in 1925 geopende autobusdienst tussen Tilburg en Turnhout via Goirle en Poppel konden gemakkelijk in de behoeften van de lokale reizigers voorzien.
 
Met dank aan:
Henk Cornelissen, Alphen
Karel Geerts, Alphen